Verhaal

"Aan de Bellatrix heb ik mijn gouden jaren gehad"

interview met Rens Roorda-Tigchelaar op 23 september 2023

Rens Roorda was een van de eerste kleuterleidsters aan de Bellatrixschool in Krakeel en, nadat de school basisschool werd, directeur. Toen de school met De Komeet fuseerde tot De Morgenster, ging ze op haar eigen verzoek weer terug voor de groep. Haar hart lag bij de kinderen. In dit interview vertelt ze haar herinneringen aan haar jaren in het onderwijs in de Hoogeveen.

Rens Tigchelaar (Wommels, 5 maart 1942) was in de Friese plaatsen Bolsward en Hallum al kleuterleidster geweest toen ze met Okke Roorda trouwde. Na een paar jaar werken in Sneek, waar ze toen woonden, kreeg ze ontslag omdat ze getrouwd was. Ze was dan ook dolblij dat, toen Okke werk kreeg in Hoogeveen, ze aan de in 1971 geopende Bellatrixschool wel weer aan de slag kon. Op 15 januari 1972 werd ze als derde kleuterleidster benoemd. De school had toen drie kleuterleidsters en drie leerkrachten voor de lagere school.           

naambord Bellatrisxschool1.jpg

De Bellatrixschool (vernoemd naar de helderste ster in het sterrenbeeld Orion) was een algemeen christelijke school in de sterrenwijk Krakeel. In de school trokken hervormden en gereformeerden samen op, want de beide schoolverenigingen wilden in de nieuwe wijk niet nog weer een aparte hervormde en een gereformeerde school oprichten. Er kwam een Stichting voor Protestant Christelijk Onderwijs Krakeel.

Rens heeft nog heel goede herinneringen aan voorzitter Henk Lenten (1927-2018). Als er problemen waren kon je altijd bij hem terecht. En hij vroeg altijd eerst naar je persoonlijke omstandigheden en dan pas werd hij zakelijk. In 1977 fuseerden de Hoogeveense gereformeerde en hervormde schoolverenigingen en de Stichting voor PCO Krakeel tot de Vereniging voor Protestant Christelijk Onderwijs (VPCO), later PricoH.

Een andere bijzonderheid van de school was dat het “een KBO-school was. KBO betekent Kleuter- Basisonderwijs. En het was de eerste school waar kleuterschool en lagere school onder een dak zaten. Dat was heel vooruitstrevend, want er was wel al lang sprake van een basisschool, maar wanneer die kwam wisten ze niet. Uiteindelijk is het ook pas in 1985 basisschool geworden” vertelt Rens. “En bij de scholen waar de kleuterschool hier stond en de lagere school daar, was dat niet altijd fijn voor de samenwerking.”

Overigens hadden de kleuters en oudere kinderen wel elk een aparte ingang in de Bellatrixschool. Maar aan het eind van de kleutertijd hoefden de kinderen niet aan een andere school te wennen als ze naar de 1e klas van de lagere school gingen. En broertjes en zusjes zaten ook in het zelfde gebouw.

Er waren al wel scholen met kleuter- en lager onderwijs in een gebouw, maar “Wij kenden elkaar vanaf het begin. Leden van beide teams dronken meteen elke vrijdagmiddag samen koffie. We vierden verjaardagen en bruiloften. De vrouw van een van de leraren van de lagere school kwam van Ameland en ze zijn daardoor zelfs een paar keer met het team een weekend naar Ameland en Schiermonnikoog geweest, voor wie dat wilde. Toen de school 10 jaar bestond is er door de leerkrachten een musical opgevoerd voor kinderen en ouders: Meester Pennelik (een bekende schoolmusical uit de jaren 70-90, geschreven door Benny Vreden). Het was zo vol in de Magneet, dat ze twee keer moesten spelen. Het was wel een belasting, maar ze hadden zoveel lol gehad met elkaar bij repetities en uitvoeringen.

Al deze activiteiten werkten verbindend en je leerde elkaar kennen. Dat was makkelijk voor het functioneren in de school. Maar van echt samenwerking in een team was nog geen sprake. Ieder deed zijn eigen ding volgens Rens. En ook wat andere scholen betreft zat ieder op een eilandje. Er was met andere scholen weinig contact. “De hoofden en later de directeuren hadden wel overleg, dus die kenden elkaar wel, maar van de leerkrachten op andere scholen kende je niemand”.

Haar start was heel erg druk. “Ik moest zelf bij de ouders langs om te vertellen: uw kind mag maandag naar school. Er kwamen steeds weer huizen klaar, dus er kwamen steeds meer kinderen en je moest steeds weer opnieuw nieuwe kinderen opvangen.”

Hoofdleidster was Titia Bron, die later is vertrokken naar de schooladviesdienst in Groningen. Rens had veel bewondering voor haar omdat ze zo’n geweldige creatieve en goede kleuterleidster was. Na haar werd Ineke de Zeeuw hoofdleidster.

Met de kleuters werkten ze vooral met thema’s, bijvoorbeeld jaargetijden. Maar ook vierden ze de feesten als Sint Maarten, Sinterklaas en Kerst. Dat laatste overdag in de klas ’s avond met de ouders. Je moest erg creatief zijn, want werkjes en activiteiten werden zelf bedacht en voorbereid, zodat de kinderen er later mee aan de gang konden en het af konden maken.

Met Friese kinderen zag ze niet zoveel verschil. “Kinderen zijn kinderen” zegt Rens, “altijd op de ontdekkingstoer. Ze moeten met plezier op school komen zodat je ze kunt begeleiden en een ontwikkeling ziet”. Maar er was wel een ander verschil. “In Friesland had je heel weinig contact met ouders”. Geen oudergesprekken, geen ouderavonden. Ze brachten de kinderen in de klas en dat was het wel. Maar wat Rens in Friesland (Bolsward) wel moest doen was bij bepaalde ouders op vrijdagmiddag de ouderbijdrage komen halen omdat ze op vrijdag geld kregen. In Hoogeveen hoefde dat nooit. “En in Bolsward gingen we op Koninginnedag een aubade brengen bij het stadhuis”. In Hoogeveen werd op de Bellatrixschool Koninginnedag uitbundig gevierd, met kinderen verkleed op school, optocht door de wijk iets lekkers en spelletjes.

De ouderavonden van de Bellatrixschool waren in het begin echt leuke bijeenkomsten waarin de ouders allebei kwamen om ook andere ouders te leren kennen. “Oh, ben jij de vader van die” en “Wanneer komt er weer een feestje?” vroegen ze.

Toen hoofdleidster Ineke de Zeeuw vertrok werd Rens hoofdleidster en in 1985, na de invoering van de basisschool, directeur van de Bellatrixschool. Hoewel Rens het ingewikkeld vond worden en zichzelf ook geen manager vond, ging ze toch aan de slag. Met haar adjunct had ze een bijzondere constructie dat ze de ambulante uren deelden. ’s-Morgens stond ze bij de kleuters voor de klas en ’s-middags had ze haar ambulante uren. De adjunct, Henk, die goed was met financiën, nam dat deel voor zijn rekening.

Op het persoonlijke vlak veranderde er ook iets. Haar man Okke werkte inmiddels 7 jaar fulltime als conciërge aan de Dikkenbergschool en ze vonden allebei dat ze te weinig vrije tijd overhielden voor leuke dingen. Okke wilde wel halve dagen werken, maar dat stond de school niet toe. Hij nam toen ontslag en werd fulltime huisman. Dat was best een beslissing, want ze hadden net een huis gekocht en de rente van de hypotheek was 12%.

En daarbij kwam dat wanneer een kleuterleidster directeur van een basisschool werd, ze niet het zelfde verdiende als een voormalig hoofd van de lagere school die dezelfde carrièreswitch maakte. Allebei werden 1 schaal hoger ingeschaald, maar wel in hun oude salarisschaal. Van wat Rens meer ging verdienen konden ze net de ziektekostenverzekering van Okke betalen. Het duurde tien jaar voordat ze op hetzelfde niveau zat als collega-directeuren. Toch hebben ze nooit spijt gehad van de switch. Er werd eerst wel wat afwachtend op gereageerd door de omgeving, maar Okke maakte in een tijd van werkloosheid ook plaats voor iemand anders, dus dat kon men ook wel waarderen.

Rens vertelt dat ze in de begintijd van de basisschool als directies veel, vaak meerdaagse, cursussen hadden en “waar het begon met een paar A-4tjes die aan het eind van het schooljaar ingeleverd moesten worden bij de inspectie werden het later een boekwerk. Alles moest op papier” aldus Rens, Dus toen er gefuseerd moest worden met De Komeet en Rens inmiddels een burn-out had gehad waardoor ze niet meer volledig kon werken, heeft ze gezegd dat ze wel weer graag leerkracht wilde worden. En dat is gebeurd. “En daar lag eigenlijk mijn hart: bij de kinderen”.

25 jaar Rens Roorda.jpg

Toen ze 25 jaar in het onderwijs zat heeft ze een feest gehad waar ze nog steeds enthousiast op terugkijkt. Ze moest thuis wachten en daar zat ze, met vlinders in de buik. Ze ging op een versierde wagen, met daarin de kleuters op matrassen, door de hele wijk. Het was zo knus met de kinderen. Bij school stonden alle kinderen langs de zandbak en werd ze toegezongen. De kinderen hadden het lied stiekem ingestudeerd en ze stonden bij het oefenen op de uitkijk of Rens er niet aankwam. Ze kreeg allerlei cadeautjes en er werd de hele dag feest gevierd op de school.

Uiteindelijk werd er met De Komeet gefuseerd tot De Morgenster, ook aan de Draco. De eerste paar jaren hebben de groepen 7 en 8 nog in het gebouw van De Komeet gezeten omdat ze niet met alle groepen in het gebouw pasten. In 2009, toen ze al met de VUT was, werd de nieuwe school in het multifunctioneel centrum in Krakeel geopend. Dit werd een Brede school, waarin alle gezindten in een gebouw zaten. Zo kwam ook de openbare school De Apollo erbij.

Maar dat heeft Rens niet meer meegemaakt. In 2003 ging ze met de VUT en kreeg ze een geweldig afscheid. Ook kreeg ze het bord van de Bellatrixschool en dat hangt nog steeds bij hen in de carport.

Rens heeft ook zeker de gevolgen van de groei van Hoogeveen gemerkt in de school. Ze begonnen met 3 groepen kleuters en 3 groepen lagere school. Dat groeide uit tot 2 noodlokalen voor de kleuters en 3 noodlokalen voor het lager onderwijs in barakken die bijgebouwd werden op het schoolplein. Ze hadden dubbele, grote klassen. Rens had minstens 30 kinderen in de klas en in mei was er een kleuterstop. Er is zelfs nog sprake geweest van een derde school in de buurt van de Helios, maar dat is niet doorgegaan. Er werd gekozen om de Bellatrix uit te breiden en er kwam een scheidslijn langs de vijvers bij de Kroon.

Waar de school eerst een belangrijke plek was geweest waar leerkrachten, ouders en kinderen in de wijk elkaar leerden kennen, werd dat minder belangrijk toen er nieuwe wijken kwamen. Veel ouders, vooral hoger opgeleiden, verhuisden bijvoorbeeld van Krakeel naar de Weide. En de kinderen moesten weer opnieuw wennen aan een nieuwe school en nieuwe leerkrachten. Het gevolg was dat de Bellatrixschool meer en meer een volksschool werd. Je merkte dat kinderen bijvoorbeeld nog weinig werden voorgelezen, aldus Rens.

Op de school zaten weinig buitenlandse kinderen, wat Molukse kinderen en een bijzondere groep: Toegoenezen. Dit waren afstammelingen van vrijgekochte Portugese slaven die op Java een eigen dorp (Toegoe) kregen. Toen Soekarno aan de macht kwam pleegden de moslims vernielingen en moesten ze weg. Ze gingen naar Nieuw-Guinea en daarna naar Suriname en Nederland. Hun namen leken vaak Nederlands. Dat vergde minder oefening dat de achternamen van de Molukse kinderen. Rens vond het belangrijk dat ze de namen goed uit kon spreken. Ze noemt Pendjol, Abrahams, Cornelies, Quiko. 

Ook andere veranderingen in de Hoogeveense samenleving werkten door in de school. Door de jaren verlieten veel mensen de kerk, maar ouders kozen toch vaak voor christelijk onderwijs. Omdat ze het zelf hadden gehad en omdat daar de christelijke feesten werden gevierd en er elk jaar een kerk-schooldienst was,

Er waren natuurlijk ook wel vervelende dingen. Rens noemt de vernielingen. Het platte dak lag vol kiezelstenen, dus er waren vaak ruiten kapot. Zo vaak zelfs dat de politie een keer bij haar thuis kwam om de aangifte op te nemen in plaats van dat zij naar het politiebureau moest komen.

De afbraak van het schoolgebouw vond ze zo erg dat ze dat niet heeft willen zien. Ze heeft nog steeds contact met ouders en leerkrachten en wordt regelmatig bij het boodschappen doen aangesproken. Ook heeft ze nog een eetclubje met oud-collega’s, al is daar met Corona een beetje de klad in gekomen.

Al met al kijkt ze heel goed op haar onderwijsperiode (1972-2003) in Hoogeveen terug.

 

Geen reacties

Reactie toevoegen