Verhaal

George Slot al meer dan 50 jaar lid van Vliegclub Hoogeveen

Toen Hoogevener George Slot (1947) op 17-jarige leeftijd na zijn schoolperiode op het kantoor van de NV Lichtwerk ging werken, kwam hij in een wereld terecht die vrijwel helemaal in het teken stond van de luchtvaart.

Door de vrijwel dagelijkse confrontatie met vliegtuigen en helikopters werd George’s interesse gewekt in de luchtvaart. Zweefvliegen leek hem wel wat, maar helaas was er in 1964 nog geen zweefvliegclub op het toen zojuist geopende vliegveld Hoogeveen. Die zweefvliegclub was er wel in de buurt van Assen en wel op het zweefvliegterrein Witten. Vrijwel iedere zaterdag ging George daarom - liftend, met de trein of op de brommer - naar Witten om daar de beginselen van het vliegen te leren. Op Witten waren nog enkele Hoogeveners actief, zoals George’ vlieginstructeur Wim Doedijns met wie hij soms kon meerijden in diens auto. 

Toen in 1966 de Zweefvliegclub Hoogeveen werd opgericht, werd George Slot daar uiteraard direct lid van. Al op Witten had Slot laten zien een talentvol vlieger te zijn. Behalve zijn zweefvliegbrevet, had hij in 1970 - op het vliegveld Teuge - ook nog zijn motorvliegbrevet behaald. Hij was dus goed op weg om zijn droom om van het vliegen zijn beroep te maken te verwezenlijken. Zoals veel jongens van zijn leeftijd was zijn allergrootste wens om jachtvlieger te worden bij de Koninklijke Luchtmacht. Maar daarvoor had je minstens MULO-B (wiskunde) nodig en George had een MULO-A diploma. Hij meldde zich daarom aan bij de Leidse Onderwijs Instellingen (LOI) en ging in de avonduren aan de studie. Het door hem zo begeerde MULO-B diploma wist hij uiteindelijk te behalen, waarna hij zich aanmeldde bij de Koninklijke Luchtmacht.

Foto George Slot

Daar had men ondertussen echter genoeg vliegers, zodat George tot zijn grote teleurstelling werd afgewezen. Maar zo snel liet de Hoogevener zich niet uit het veld slaan. Hij meldde zich tot tweemaal toe opnieuw aan en werd in 1972 uiteindelijk toegelaten tot de vliegeropleiding. 

George Slot leek een succesvolle carrière als straaljagervlieger bij de Luchtmacht voor de boeg te hebben, want de militaire vliegeropleiding verliep aanvankelijk zeer voorspoedig. De beginselen van het vak van militair vlieger leerde hij op de vliegbasis Gilze-Rijen op de Fokker S-11, een knalgeel, met hier en daar oranje vlakken, geverfd lesvliegtuig. Daarna vertrok hij naar Canada om daar tijdens de Voortgezette Vliegeropleiding te leren vliegen op grotere en snellere (straal)vliegtuigen. Maar toen sloeg het noodlot toe. George Slot: “Tijdens een potje baseball kwam ik met mijn hoofd keihard in botsing met een medespeler met als resultaat dat ik een fikse hoofdwond en een hersenschudding opliep en daardoor een hele tijd uit de running was. En dat laatste is iets wat niemand zich tijdens de zware opleiding tot militair vlieger kan permitteren. Ik raakte met mijn studie achterop, zakte voor testen en kon naar huis gaan.”

Vliegen, vliegen en nog eens vliegen


De droom om militair vlieger te worden was van het ene op het andere moment als een zeepbel uiteengespat. Wat nu? Slot was er de man niet naar om lang in een hoekje te zitten treuren om deze grote tegenslag. Eenmaal terug in Hoogeveen ging hij als vlieger aan de slag bij het op het vliegveld gebaseerde vliegbedrijf ‘Air Stichting Hoogeveen’ van Piet Olde. De belangrijkste activiteit van Olde’s bedrijf was het reclameslepen, maar er werden met zijn Cessna 172 ook rondvluchten verzorgd en parachutisten gedropt. Al snel werden er meer vliegtuigen aangeschaft want de jaren zeventig was een gouden tijd voor de luchtreclame. Voor George Slot bestonden de dagen dan ook uit vliegen, vliegen en nog eens vliegen. En behalve beroepsmatig vlieger was hij ook nog steeds lid van de Vliegclub Hoogeveen en was in zijn vrije tijd dus ook als (zweef)vlieger actief.


Na een zakelijk verschil van mening met eigenaar Piet Olde, stopte Slot in 1982 met de beroepsvliegerij en stapte over naar de ABN-(Amro) bank in Hoogeveen. Maar met het vliegen was het allerminst afgelopen. In zijn vrije tijd koos George nog regelmatig, als lid van de Vliegclub Hoogeveen, het luchtruim, terwijl hij met zijn eigen oldtimer-zweefvliegtuig, samen met zijn vrouw, regelmatig in het buitenland te vinden was waar hij zomers meedeed aan ‘oldtimer-meetings’ waarin gevlogen werd met zweefvliegtuigen uit de jaren ’30 en ‘40. Bovendien vloog hij vanaf het vliegveld Hoogeveen zo nu en dan nog met een reclamesleep in freelance-dienst van het vliegbedrijf ‘Aero Noord’, dat ondertussen de plaats had ingenomen van ‘Vliegbedrijf Noord-Nederland’.
Tijdens het vliegen met zo’n reclamesleep kroop George in 1998 door het oog van de naald. George Slot: “Tijdens de TT-race van dat jaar vloog ik met een reclamesleep boven het circuit van Assen toen een collega-vlieger die ook een reclamesleep trok, niet op zat te letten en mij rakelings passeerde waardoor zijn reclamesleep om de staart en vleugel van mijn Piper sloeg. Vrijwel onbestuurbaar dook mijn vliegtuig daarop richting aarde. Mijn laatste uur leek geslagen.” Met een enorme dreun sloeg de Piper van George even buiten het circuit tegen de grond waarbij de landingspoten als luciferhoutjes afknapten. Slot had ondertussen de brandstoftoevoer afgesloten en de deur geopend. Zo gauw het vliegtuig stil lag sprong hij eruit. Gelukkig brak er geen brand uit en raakte George als door een wonder niet gewond. Ook in de luchtvaart is het belangrijk zo nu en dan een engeltje op je schouder te hebben.
Vergeleken met vroeger staat het vliegen bij George Slot tegenwoordig op een wat lager pitje, maar toch is hij nog regelmatig te vinden op het vliegveld van Hoogeveen om zijn kennis over te dragen aan een nieuwe generatie of om zelf ook met een zweefvliegtuig van de Vliegclub Hoogeveen, de club waar hij nu al meer dan 50 jaar lid van is, het luchtruim te kiezen. 

Geen reacties

Reactie toevoegen