Verhaal

Belevenissen van Lichtwerk eindcontroleur Jan Krutzen

Bekende verschijningen boven en op vliegveld Hoogeveen in de jaren ’60 waren de Alouette helikopters van de Koninklijke Luchtmacht. Dat had alles te maken met het feit dat de Alouettes en de NV Lichtwerk in die tijd twee handen op één buik waren. Het begon al in 1963 met het onderhoud en modificeren van de Alouette 2 reddingshelikopters van de Koninklijke Luchtmacht. De van opvallend fel oranje vlakken voorziene helikopters stonden voor en na hun testvluchten vaak op het heliplatform voor de Lichtwerk-hal. Ook maakten ze regelmatig gebruik van het vliegveld Hoogeveen. <br />

Verreweg het bekendste project dat ooit door de NV Lichtwerk werd is uitgevoerd was het assembleren van 27 Alouette 3 helikopters ten behoeve van de Koninklijke Landmacht. De mededeling dat het Hoogeveense bedrijf deze enorme order in de wacht had gesleept kwam in februari 1967 voor de Nederlandse luchtvaartwereld als een complete verrassing. Iedereen was er namelijk vanuit gegaan dat de tweede order van de Koninklijke Luchtmacht voor de Alouette helikopters, net als de eerste, ook door het Franse moederbedrijf Sud Aviation in Marseille zou worden uitgevoerd. Nog nooit eerder had, op Fokker na, een Nederlands bedrijf ooit een dergelijke grote order op luchtvaartgebied weten te veroveren. Het was te danken aan de enorme ondernemingslust van de toenmalige directie dat deze order in Hoogeveen terecht kwam.

helikopter

Testvluchten


Tussen oktober 1967 en juli 1969 maakten de door Lichtwerk geassembleerde Alouettes vrijwel dagelijks testvluchten in het luchtruim rond Hoogeveen en maakten daarbij ook regelmatig gebruik van het vliegveld. Het invliegen van de door de NV Lichtwerk gebouwde Alouette’s gebeurde, tussen oktober 1967 en juli 1969, vanaf het vliegveld Hoogeveen. Het huilende geluid van hun straalmotoren zitten in het collectieve geheugen van de Hoogeveners uit die tijd. Bij die testvluchten hebben zich gelukkig nooit ongevallen voorgedaan, maar soms scheelde het maar weinig. Toen Jan Krutzen, toenmalig eindcontroleur van Lichtwerk, op een morgen de motor van een voor de grote Lichtwerk fabriekshal staande Alouette liet proefdraaien (‘testrun’), begon de heli plotseling op een merkwaardige manier te trillen wat erger werd naarmate het toerental opliep. Op een gegeven moment werd het trillen zo erg dat het maar weinig scheelde of de Alouette was in de hekken die rond het fabrieksterrein stonden beland. Razendsnel werd de motor stilgezet waarna de oorzaak van dit merkwaardige gedrag al snel werd gevonden: een lichte beschadiging aan de achterkant van een van de rotorbladen veroorzaakte de enorme onbalans. Nader onderzoek wees uit dat de beschadiging was ontstaan toen iemand in de fabriekshal, op de dag voor de testrun, met een vorkheftruck tegen de aldaar staande heli was gebotst. Uit angst voor een reprimande had deze medewerker het voorval niet gemeld. Een in de luchtvaartwereld onvergeeflijke fout die mensenlevens had kunnen kosten. De rotor is namelijk het meest kwetsbare onderdeel van een helikopter. Een kleine beschadiging is, zoals u zojuist heeft kunnen lezen, al voldoende om de balans te verstoren. De drie rotorbladen van een Alouette werden als één set door de fabriek geleverd. Ze zijn onderling uitgebalanceerd; wanneer één blad is beschadigd, wordt de hele set vervangen.

Verdwaald


Een ander, geen gevaarlijk, maar wel komisch voorval deed zich voor toen invlieger René van der Harten en Jan Krutzen vanaf het vliegveld Hoogeveen met een door Lichtwerk geassembleerde Alouette een zogenaamde ‘hoogtevlucht’ moesten maken. Daarbij werden op 4 kilometer hoogte allerlei systemen getest. Zowel de piloot (met het vliegen) als de waarnemer (met de administratie) deden hun werk dermate intensief, dat men niet door had dat een sterke bovenwind de Alouette uit de koers blies. Het gevolg was dat toen men op een gegeven moment weer naar lagere regionen afdaalde, Hoogeveen in geen velden of wegen meer was te bekennen. Wél zag men even verderop een dorpje, dat volgens Van der Harten Dwingeloo was. Snel werd op de kaart een route uitgezet van Dwingeloo naar Hoogeveen, maar wat er na verloop van tijd ook verscheen: geen Hoogeveen. Van der Harten begon zachtjes voor zich uit te neuriën, voor Jan Krutzen, die vliegers en hun ‘camouflagetechnieken’ door en door kende, een teken dat ze flink verdwaald waren. Op een gegeven moment naderde de Alouette een onbekend stadje. “Kijk, daar is een ANWB-richtingaanwijzer. Daar kunnen we zien waar we zitten.” Voorzichtig manoeuvrerend probeerde Van der Harten de Alouette zo dicht mogelijk bij het ANWB-bord, dat aan de rand van de bebouwde kom stond, te brengen. Veel schoot de heli-bemanning echter niet op met de aanwijzingen die op het bord stonden. Op het ene bord stond ‘centrum’ en op het andere ‘station’. Aan de hand van de naam op een bekend fabriekscomplex in de buurt van Emmen lukte het de Alouette-bemanning uiteindelijk toch om de weg naar Hoogeveen weert terug te vinden.
De laatste Alouette (de A-550) verliet op 8 juli 1969 de Lichtwerk fabriek. Op 2 februari 2017, bijna 50 jaar nadat de eerste Alouette door de N.V. Lichtwerk was afgeleverd, nam de Koninklijke Luchtmacht afscheid van de laatste exemplaren van deze legendarische helikopter. Een afscheidsvlucht langs het vliegveld van Hoogeveen, waar zoveel Alouettes het levenslicht zagen, zat er vanwege het slechte weer helaas niet in.

Geen reacties

Reactie toevoegen