Verhaal

Interview met Henk Boertien medewerker technische dienst Aardenburg.

Henk Boertien heeft van 1960 tot na de sluiting van de fabriek bij Aardenburg gewerkt. Toen hij begon was hij nog net geen achttien en op zijn vijftigste deed hij het licht uit in de portiersloge. In de tentoonstelling "AARDENBURG! VAN KENNEMER TOT IGLO" zijn een aantal bruiklenen van Henk Boertien te bewonderen (onder andere zijn personeelskaart).

 

Foto van een jonge Henk

Henk Boertien in de jaren 60. Het logo van Aardenburg werd door de                                        medewerkers  ook nog wel eens voor de grap Luie  Arbeider genoemd.

Begonnen in 1960.

Henk Boertien solliciteerde in 1960 bij Aardenburg. Hij werd, als jongen van nog net geen achttien jaar, aangenomen. Henk vertelt daarover:

“Ik ging daar fl. 0,60 per uur verdienen. Dat was met een werkweek van 48 uur dus fl. 28,80. Dat lijkt niet veel, maar dat was toen heel gewoon. Daarvoor had ik bij de Eersteling  gewerkt en daar kreeg ik vijftien gulden per week, dus ik ging er flink op vooruit. Ik woonde in Nieuwlande en ging op de brommer naar Hoogeveen.

Na een jaar mocht ik op de tekenkamer werken. We tekenden daar de nieuwe productielijnen. De oudere werknemers daar leerden je wat je moest doen. In november 1961 moest ik in militaire dienst. In juli 1963 was ik daar klaar en kon ik weer terug. Op de tekenkamer was geen plaats meer dus ik ging in de technische dienst. Ik had mijn rijbewijs gehaald en kon voortaan met Austin A40 naar Hoogeveen.

 

 

DSC_5387 (2).JPG

   De schuifmaat die Henk als zijn aandenken kreeg na het behalen van het                                                             getuigschrift van de meetcursus bij Stichting Bemetel in 1966.                                                                                                                                                                                                                                     

De oogsttijd.

De mooiste tijd in die jaren was de oogsttijd. Eerst had je de spinazie, een aantal weken daarna de doperwten en dan de bonen. Spinazie werd gemaaid aangeleverd met de vrachtwagen.      Doperwten werden eerst als volledige plant met vrucht en al afgeleverd aan de fabriek. Daar werden ze gedorst. Een aantal jaar later werd er op het land al gedorst met zelfrijdende dorsmachines. De erwten werden op het land gemeten op de juiste hardheid om geoogst te worden. Het afstellen (ijken) van de tenderometer (hardheidsmeter) heb ik een aantal jaren gedaan. Die meters stonden door het hele land, onder andere in Oudenbosch, Scheemda, Klazienaveen en Markenesse.

Het grootste gedeelte van de bonen werden in het noorden en midden van het land geoogst. Ze werden eerst in zakken en later in kisten aangeleverd. Later kwamen de plukmachines van Barga en Ploegen die de bonen plukten op het land. Daar was ik dan ook als monteur bij met een of twee andere monteurs. Maar in de omgeving van Hummelo was ik eerst alleen van ’s morgens 7.00 uur tot ’s avonds 7.00 uur en dan op en neer rijden naar Hoogeveen, dat waren lange dagen. Het kwam wel eens voor dat er aan het eind van je dienst iets kapot ging en dan werkte je door tot dat het klaar was. Ik weet dat ik ’s morgens vroeg met het raampje open naar huis reed om niet in slaap te vallen. ’s Nachts werkte je alleen. Je klom dus op die grote machines in het donker, waar niemand bij was. Op een gegeven moment mocht dat natuurlijk niet meer. De lange werkdagen met daarbij die reistijden was bijna niet te doen. Later mochten we blijven overnachten in een hotel. Dat was een genot en ook nog eens gezellig met andere monteurs.

In de wintertijd deden we groot onderhoud en revisie. Dat gebeurde in een nis hut, waar de machine werd ingereden. Zo stond je in ieder geval droog.

Oogsttijd
                  Doperwtencampagne in Klazienaveen. Links de storingswagen.

Ooit heb ik een keer gesolliciteerd in Eindhoven. Dat was tijdens de erwtencampagne in Brabant. Ik dacht, dat kan ik mooi combineren. Ik ga na mijn werk naar dat sollicitatiegesprek. Omdat het werk die dag erg uitliep, kwam ik veel te laat voor dat gesprek aan. Uiteindelijk ben ik tot 1992 bij Aardenburg gebleven.

In de fabriek.

In de fabriek was altijd wat te doen. Van reparatie tot onderhoud en natuurlijk het aanpassen van de lijnen. Elk product had zijn eigen lijn. Soms werden de verpakkingen groter en dan moest je de lijn daarop aanpassen. We plaatsten dan andere stansramen.

 

stansraam

        Henk Boertien, Jan v.d. Veen en Jan Kikkert (van rechts naar links) bij een stansraam.

 

In de loop der jaren zijn er de nodige ongelukken gebeurd. Ikzelf heb nooit een ongeluk gehad, hoewel ik een keer iets mee heb gemaakt dat heel fout had kunnen aflopen;

Ik was boven op een puntmachine bezig geweest en daaromheen was een omloop met roosters waar je op kon lopen. De machinekast was zo’n anderhalf tot twee meter boven de roosters en ik dacht daar spring ik even af. Het rooster waar ik op landde, zat niet vast en klapte om en daar stortte ik nog eens twee meter dieper. Gelukkig kwam ik op mijn pootjes terecht en ik was ook niet geraakt door het omkappende rooster. Ik kwam met de schrik vrij. Oh ja; aan het eind van mijn carrière ben ik nog eens tegen een L profiel van een ontmantelde lijn aangelopen. Het deed wel zeer, maar mijn broek was niet kapot,   dus het zou wel meevallen. Toen ik later thuis kwam bleek er toch wel bloed op mijn overall te zitten en zat er een grote winkelhaak van vier bij vier centimeter boven mijn knie. Het was een late dienst en ik kon ’s nachts met mijn vrouw naar Noordscheschut, naar de huisarts om gehecht te worden.

 De laatste jaren.

Toen duidelijk werd dat Aardenburg zou gaan sluiten werd de fabriek stapsgewijs ontmanteld. Toen de maaltijdenlijn werd voortgezet in Nieuw Vennep heb ik daar nog een week helpen opbouwen. Ik werkte de laatste tijd met een man of acht volcontinu, om de fabriek te bewaken en de weegbrug te bedienen om bijvoorbeeld vrachtwagens van de Landbouwbank te wegen omdat ze geen eigen weegbrug hadden. Uiteindelijk heb ik van mijn achttiende tot aan mijn vijftigste bij Aardenburg gewerkt.

Reactie technische dienst op locatie?

Beste Ida,

Aardenburg had in de wijde omgeving van Hoogeveen contracten met boeren voor de teelt van spinazie, erwten en bonen.

De technische dienst zorgde ervoor dat de machines tijdens de oogsttijd in goede staat bleven functioneren.

In de nachtdienst werd dan het onderhoud gepleegd. Overdag was er altijd een monteur om eventuele reparaties uit te voeren. 

Ida Henstra

Technische dienst op locatie?

Bedankt voor het leuke verhaal. 

Uit de tekst begrijp ik dat Henk Boertien als medewerker Technische dienst ook veel op locatie werkte?

Was dit dan bij boeren waar geoogst moest worden?