‘Mijn ouders noemden mij Yaya en dat is zo gebleven. Het plaatsje Mahu ligt vlakbij Tuhaha, op het eiland Saparua. Ik ben de oudste van in totaal 4 kinderen. Ik heb nog 2 jongere broers en 1 jonge zus. Zij wonen daar nog altijd, samen met hun gezinnen.’
Usi/tante Yaya heeft na Mahu ook op Ambon en in Jakarta gewoond. Toen ze bijna 34 jaar was, ontmoette ze oom Nelis Loupatty uit Hoogeveen die in de jaren ’80 op familiebezoek was in Tuhaha. Ze trouwden in 1988 en usi/tante Yaya kwam in augustus van dat jaar naar Nederland, naar de Molukse wijk in Hoogeveen. Ze werd goed opgenomen binnen de Molukse gemeenschap en had een fijn leven met oom Nelis, die in januari 2000 overleed.
Usi/tante Yaya besteedt haar tijd veelal in het helpen van anderen. Zo heeft ze bijvoorbeeld ook weleens personen opgevangen die een tijdelijk onderkomen nodig hadden. ‘Elkaar bijstaan in lief en leed!', geeft ze aan. 'Of het voor de kerk, wijk of de kumpulan is, het voelt goed om samen iets te kunnen betekenen voor elkaar. Mijn huis en keuken heb ik regelmatig opengesteld om samen grote maaltijden voor te bereiden en koek/cake te bakken. Die contacten zijn altijd goed geweest en daar heb ik heel veel plezier aan gehad. Daarbij vergeet ik ook even dat ik alleen ben.’
De aanleiding om na ruim 36 jaar voorgoed terug te keren is voornamelijk heimwee naar haar familie. ‘Naast heimwee, kan ik zelfs na 36 jaar, niet wennen aan de kou hier in Nederland’, geeft usi/tante Yaya aan. ‘Ik ben ook geopereerd aan mijn knie en daar werkt het koude klimaat ook niet aan mee.’
De maanden voor haar vertrek zijn de nodige voorbereidingen getroffen en zijn haar meeste spullen intussen verscheept. Op zaterdag 13 januari 2024 heeft ze Hoogeveen en Nederland vaarwel gezegd. Ze werd daarbij vergezeld door de jongste zoon en een kleindochter van oom Nelis. Diezelfde kleindochter heeft, samen met haar echtgenoot én tot grote vreugde van usi/tante Yaya, haar intrek genomen in haar huis aan de Lodderstraat.
De 69-jarige Molukse bewaart fijne en warme herinneringen aan Hoogeveen en familie elders in het land. Ze prijst zich tegelijkertijd gelukkig om terug te gaan. Iets specifiek gaan missen heeft ze niet, omdat de Molukken tegenwoordig een stuk moderner is dan vroegere tijden. ‘Wat daar trouwens wel veel makkelijker gaat dan in Nederland is het bij elkaar binnenlopen. Hier is de voordeur altijd dicht en moet je aanbellen. Dat is op de Molukken niet zo.’
Met haar mobiele telefoon zal tante/usi Yaya, via videobellen, regelmatig contact houden met familie in Hoogeveen/Nederland. Ze is voornemens uiteraard nog eens terug te komen voor vakantie. ‘Ik ben heel blij dat familie in het huis blijft wonen. Dan heb ik in ieder geval een slaapplaats als ik voor vakantie hier weer eens kom!’
Op de vraag of ze de mensen in Hoogeveen nog iets wil meegeven, voordat we usi/tante Yaya zaterdag a.s. zullen uitzwaaien, geeft ze het volgende aan: ‘Ik heb de wens dat mensen elke zondag, zodra de klok luidt, naar de kerk gaan. Het is maar één uurtje in de week. Wees dankbaar voor alle zegeningen. Lain sayang lain, oftewel help elkaar en kijk naar elkaar, ook je ouders, om.’
Gita Lopulisa
De verhalen zijn, na het afnemen van een interview, met toestemming van de personen zelf of kinderen/familie geplaatst.