In de zomer van 1962 verrees er op het industrieterrein van Hoogeveen een imposante fabriekshal, waarin de N.V. Lichtwerk een onderkomen vond. De Vries zette die grote hal neer met in zijn achterhoofd de gedachte dat zijn bedrijf in de toekomst wellicht het onderhoud van de Fokker F-27 Friendships voor haar rekening zou kunnen nemen. De schuifdeuren konden zo ver open dat deze vliegtuigen dan zonder probleem naar binnen en naar buiten konden worden gereden. Het onderhoud van de F-27’s heeft in Hoogeveen nooit plaatsgevonden, maar luchtvaart gerelateerde activiteiten vonden er zeker plaats in de grote hal. Zo werden er in 1962 en 1963 tientallen door de Luchtmacht afgedankte Hunter-straaljagers gesloopt, werden er brandstoftanks vervaardigd voor Luchtmachtstraaljagers en vonden er onderhoud en modificatiewerkzaamheden plaats aan de Piper Cubs van de landmacht en Alouette reddingshelikopters van de luchtmacht.
Henk Hartgers
Iemand wiens leven nauw verbonden is geweest met de geschiedenis van Lichtwerk, is Henk Hartgers uit Zuidwolde. In 1947 was Hartgers (1943) samen met zijn ouders van zijn geboorteplaats Haarlem naar Hoogeveen verhuisd, waar vader Hartgers een baan had gekregen als Leraar Autotechniek aan de Technische School. Na op het Christelijk Lyceum de HBS-B opleiding gevolgd te hebben, was Henk Werktuigbouw gaan studeren aan de HTS in Zwolle. Nadat hij in april 1964 deze studie succesvol had afgerond, viel bij hem een oproep voor het vervullen van de militaire dienstplicht in de brievenbus. Opkomstdatum: juni 1965. Een jaar lang thuis zitten wachten tot hij in dienst kon, was niet echt wat Henk van plan was. Maar hoe kon hij dat jaar het beste overbruggen? Toen viel zijn oog op een artikel in de Hoogeveensche Courant waarin directeur De Vries van Lichtwerk geïnterviewd werd. In dat interview deed De Vries een oproep om een HTS in Hoogeveen te gaan bouwen. ‘Want we hebben dringend HTS’sers nodig in ons bedrijf!’ Hartgers voelde zich aangesproken door de oproep van De Vries en besloot een brief te schrijven naar Lichtwerk. ‘Jullie zoeken HTS’ers? Nou, hier is er één!…’
Manusje-van-alles
Het resultaat van deze ‘brutale’ brief was dat Henk uitgenodigd werd en het aanbod kreeg een jaar lang als manusje-van-alles aan de slag te gaan bij Lichtwerk, met in het vooruitzicht een vaste baan na zijn militaire diensttijd. Henk ging akkoord. Een jaar lang deed hij losse klussen in het Hoogeveense lichtmetaal bedrijf zoals aanvegen en opruimen. Soms ook moest hij spullen wegbrengen of ophalen. Henk Hartgers: ‘Ik kan me nog herinneren dat ik met mijn vaders ‘Lelijke Eend’(!) op een dag een vat met een explosieve chemische stof naar een bedrijf in Veendam moest brengen. Als dat spul onderweg was ontploft was er van zowel mij als de Lelijke Eend niets overgebleven. Tja, zo ging dat nu eenmaal in die dagen.’ Het jaar vloog voorbij, waarna Hartgers zijn dienstplicht moest vervullen. Ondertussen had Lichtwerk, een enorme order in de wacht weten te slepen om 27 Alouette helikopters voor het Nederlandse leger te assembleren en in te vliegen. Nooit eerder had, op Fokker na, een Nederlands bedrijf een dergelijke grote order op luchtvaartgebied weten te veroveren. Bij Fokker was men furieus! Hoe kon zo’n klein Hoogeveens bedrijf zo’n grote order zomaar voor de neus van het grote Fokker wegkapen? Henk Hartgers: ‘Dat had vooral te maken met de efficiënte wijze waarop men bij Lichtwerk te werk ging. Zo had men vergeleken met Fokker maar een klein topkader met hoge salarissen, waardoor men tegen een heel gunstige prijs de concurrentie kon aangaan.
Vaste baan
De helikopterorder was net goed en wel binnen, toen Henk Hartgers, vers uit de militaire dienst, zich weer meldde bij het Hoogeveense lichtmetaalbedrijf voor de beloofde vaste baan. Ingenieur De Vries hield woord en had al direct een bijzondere klus voor de nieuwkomer in petto. ‘Hartgers, jij moet aanstaande maandag naar Assen gaan om daar een paspoort op te halen, want volgende week ga jij naar Marseille om daar bij de Sud Aviation fabriek onze Alouette productie voor te bereiden.’ Hartgers: ‘Zo, dat was een binnenkomer! Ik heb De Vries toen maar niet gezegd dat mijn Frans abominabel was, want deze trip wilde ik mij niet laten ontnemen. Een paar dagen later vloog ik, met in mijn koffer een Frans woordenboek, in een Caravelle van Air France van Schiphol naar Marseille. Nog diezelfde avond maakte ik kennis met Marcel Arnoudo, de productieleider van de Alouette fabriek op het vliegveld Marignane bij Marseille. Onder het genot van een glas wijn sprak ik toen opeens toch een stuk beter Frans dan ik vooraf van mezelf gedacht had...’
Bouwpakketten
In totaal verbleef Henk Hartgers 6 weken in Marseille om de kunst van het assembleren van de heli’s van de Fransen af te kijken en de gebruiksaanwijzing te vertalen van het Frans in het Nederlands. De heli’s werden door de Franse fabriek afgeleverd als bouwpakketten die dan vervolgens in Hoogeveen in elkaar gezet zouden worden als waren het plastic modellen. Wat ook nog een heel gepuzzel was, was het vervoer van de bouwpakketten van Marseille naar Nederland. Het bleek namelijk dat een pakket (met daarin onderdelen van twee Alouettes) niet in zijn geheel in het vrachtruim van de Fokker F-27 Troopship paste die ze naar de Vliegbasis Twenthe in Nederland zou overvliegen. Een aantal onderdelen moest daarom uit het pakket gehaald worden om ze vervolgens los in de Friendship te leggen. Na aankomst op Twenthe werden de pakketten en losse onderdelen dan in een vrachtwagen van de firma Otten overgeladen en naar Hoogeveen gereden. In de grote Lichtwerk-hal werd met behulp van de kennis die Henk Hartgers in Marseille had opgedaan, een productielijn opgezet waar plaats was voor vijf Alouettes. Als de voorste Alouette klaar was werd die naar buiten gereden voor het maken van enkele testvluchten, waarna de anderen in de hal allemaal een plaatsje opschoven. Henk Hartgers: ‘Aanvankelijk hielden de vertegenwoordigers van het grote Sud Aviation bij ons een oogje in het zeil om te controleren of die werknemers van dat kleine vliegtuigfabriekje in Nederland ‘hun’ helikopters wel goed in elkaar zetten. Maar al snel kwamen ze er achter dat die Hoogeveners zeer gemotiveerde vakmensen waren en Lichtwerk een efficiënt en compact productiebedrijf was. Het gevolg was dat de Alouette productie door de Fransen alleen nog maar steekproefsgewijs werd gecontroleerd. Uiteindelijk zijn ze met die controles toen maar helemaal gestopt.’
Hoist
Tussen 1967 en 1969 rolde er ongeveer eens in de twee maanden een Alouette uit de fabriekshal, klaar om te worden ingevlogen door de vaste invlieger van Lichtwerk, de zeer ervaren helikoptervlieger René van der Harten. Meestal vloog eindcontroleur Jan Krutzen met hem mee met een checklist. Die proefvluchten verliepen vrijwel allemaal vlekkeloos. Een enkel keertje ging het niet helemaal zoals gepland, zoals die keer dat er voor het eerst een ‘hoist’ getest moest worden. Dat is de haak onder de romp van de Alouette waarmee een vracht opgetild kon worden. Henk Hartgers: ‘Voor zo’n zogenaamde ‘hoistproef’, die boven de Hoogeveense Airstrip plaatsvond, werd een oliedrum met een gewicht van 500 kilo gebruikt. Dat vat, gevuld met beton, werd dan bevestigd aan de hoist van de erboven hoverende Alouette, waarna er een rondje mee werd gevlogen en de oliedrum weer voorzichtig afgehaakt werd. Tenminste, dat was de bedoeling, maar tijdens de eerst keer dat dit getest werd, verliep het niet helemaal volgens plan. Toen Van der Harten, nadat de oliedrum was bevestigd, weg wilde vliegen, zwaaide de zware last, bij het loskomen van de grond, naar voren. Er zat toen voor de vlieger niets anders op dan met de heli die voorwaartse beweging te volgen. Rakelings scheerde de Alouette daarbij, met olievat en al, over een van de flats van de Hoogeveense woonwijk Krakeel. Vlug stuurde Van der Harten de Alouette weer in de richting van het vliegveld, om daar zijn heen en weer zwaaiende last zo snel mogelijk te droppen. Daarbij verdween het vat vrijwel helemaal in de wat vochtige grond om er later door Lichtwerk-werknemers weer uitgespit te worden. De daarop volgende ‘hoist-tests’ verliepen, na wat aanpassingen in de procedure, gelukkig zonder problemen.’
Henk Hartgers, momenteel woonachtig in Zuidwolde, is nog tot 2005 in dienst gebleven bij het Lichtwerk/Fokker bedrijf. Daarbij werkte hij onder andere als productieleider in de shelterbouw en de afdeling vliegtuigbouw en ruimtevaart. Maar zijn verblijf in Marseille en de daarop volgende helikopterassemblage in Hoogeveen waren toch wel de hoogtepunten uit zijn lange loopbaan. Henk Hartgers: ‘Als ik mijn leven nog eens over moest doen, zou ik weer hetzelfde beroep kiezen. Het was voor mij een jongensdroom die verwezenlijkt werd.’
Gerrit Boxem