Veldman Mode

Anthon Veldman
Anthon Veldman, de vader van Arie, kwam uit een echte slagersfamilie. Hij was uiteindelijk de enige die niet in het slagersvak belandde en die voor een andere richting koos. Reeds eind jaren dertig hielp hij bij de manufacturenwinkel “Magazijn de Zilvervloot” van de Joodse familie Van Zuiden. In de manufacturenzaak was van alles te koop: vrouwen-, heren- en kinderkleding, textiel, woningtextiel, vloerbedekking, garen, stoffen en veel meer. In de oorlogsjaren fietste Anthon naar Westerbork om kleding te brengen. Tijdens die oorlog ging Anthon naar de Textielschool in Enschede, een opleiding die Arie later ook zou volgen. Hier leerde je nog echt hoe je kleding moest maken en wat de kenmerken en de patronen waren van de verschillende stoffen. Arie Veldman beschikt nog over twee boeken, schriften eigenlijk, die een prachtig beeld geven van hoe minutieus er indertijd aan die textielschool werd gewerkt. Ze geven ook een goed idee van hoe precies Anthon Veldman was. Deze eigenschap was later ook te vinden in de zaak: Veldman ging voor kwaliteit. De familie Van Zuiden overleefde de oorlog niet. Anthon Veldman heeft toen samen met zijn vrouw Alie de zaak overgenomen van de erven Van Zuiden.

Van manufacturenwinkel naar modezaak
“Magazijn de Zilvervloot” bevond zich aan de Hoofdstraat 60, schuin tegenover waar nu de westingang van de Tamboerpassage is. Achter de winkel startte Anton Astegro, Asser Textiel Groothandel, omdat er in Assen ook een vestiging was. De familie Veldman woonde boven de zaak. In de jaren vijftig is er aan de Schutstraat 6 een filiaal met de naam “De kleine winst” geopend. In het begin werd de inkoop, in de Textielsteden Tilburg en Enschede, gedaan op de motor. Het waren ook de jaren van schaarste en de Koreacrisis. De naoorlogse periode werd ook gekenmerkt door de opkomst van de polyestermaterialen. In de jaren zestig besloot Anthon Veldman zich exclusief te gaan richten op de damesmode. De manufacturen en de groothandel werden afgestoten. Zijn specialiteit werd de dameskleding, waarbij hij zich richtte op de bovenkant van de markt. Veel van de mode die in de winkel werd gepresenteerd kocht Anthon in het buitenland. Hij bezocht er vele beurzen, met name in Duitsland en Frankrijk, daar er in Nederland toen nog geen vertegenwoordiging was.

Naar de Tamboerpassage
In de jaren zestig ontwikkelde de gemeente Hoogeveen een ambitieus cityplan, waarbij een groot deel van de bebouwing tussen het Raadhuis en de Schoolstraat op de schop zou gaan. Dit plan is, helaas volgens Veldman, maar voor een deel gerealiseerd. Wat wel werd gerealiseerd is de Tamboerpassage. Veldman was begin jaren zeventig een van de eerste winkeliers die zich er vestigde. Van de oorspronkelijke winkels van het eerste uur zijn naast Veldman nu nog Taska, Zeeman en Wibra over. Ook waren er altijd wel horecagelegenheden en is er ook altijd een supermarkt geweest, wat nu de Jumbo is.

Jaren van groei
In de jaren zeventig breidde Anthon Veldman fors uit en opende hij filialen in Groningen en Enschede. Hij organiseerde grote modeshows op de meest bijzondere locaties. Het magazijn voor alle vestigingen bleef aan de Hoofdstraat in Hoogeveen. Arie beschrijft deze tijd als mooi en leerzaam, er was veel mogelijk. De inkoop werd veelal gedaan in prachtige panden aan de grachten in Amsterdam.
In Groningen bevond de winkel zich in de Naberpassage aan de Grote Markt. Toen eind jaren zeventig het verkeerscirculatieplan ingevoerd werd en de binnenstad van Groningen niet meer als doorgang voor autoverkeer kon worden gebruikt, nam de omzet van de winkel af. Begin en midden jaren tachtig, toen de economische crisis van toen zich bovendien fors liet gelden, werden de zaken in Groningen en Enschede gesloten. In 1984 werd Anthon Veldman ziek. Al snel daarna stierf hij op slechts 61-jarige leeftijd.

Arie Veldman zet de zaak voort
Arie nam de zaak niet over van zijn vader, maar heeft bewust een nieuwe start gemaakt. De naam veranderde van “Anthon Veldman” in “Veldman mode”. Ook de collectie veranderde, de winkel kreeg een ander gezicht. Arie en zijn vrouw Gretha Veldman-de Witte concentreerden zich ook volledig op de zaak in Hoogeveen. Dat ook Arie voor een modewinkel koos, was zo vreemd niet. Hij liep al van jongs af aan mee in de zaak, was betrokken bij de inkoop en was gefascineerd door het altijd wisselende modevak. Er is niets mooier dan een vrouw prachtig aan te kleden en haar daarbij een goed gevoel te geven. Ook Arie richt zich op het midden- en hogere segment. Van heinde en verre weten zijn klanten de weg naar zijn winkel te vinden. Goede kwaliteit leveren staat hierbij voorop: dit komt niet alleen tot uiting in het leveren van goede, mooi ontworpen kleding, maar ook in de service waarbij volop meedenken met de klant en niet moeilijk doen over ruilen kenmerkend zijn.

Webshops zijn volgens hem geen bedreiging. Veldman wijzigt elk seizoen de collecties. Het directe contact met de klant kan door de webshops niet worden geëvenaard. De winkel is niet aangesloten bij een inkoopcombinatie. Arie en Gretha bezoeken vele beurzen en hebben de kleding die ze leveren zelf gezien, in handen gehad en doorgepast. In de inkoopperiode zijn ze zo’n twee dagen per week onderweg om allerlei beurzen te bezoeken in binnen- en buitenland; met grote regelmaat zijn ze dan in Amsterdam.

Niet alleen zag Arie de consument in de loop der jaren veranderen, ook het aanbod veranderde. Het is allemaal veel minder voorspelbaar dan vroeger. De strakke scheiding tussen winter- en zomercollectie bijvoorbeeld is grotendeels verdwenen. Branches lopen door elkaar heen en de opruimingsperiode is zoek.
De leeftijdsgroep die de winkel weten te vinden is groot, Arie omschrijft zijn klanten als 25+. “Die klant weet wat zij wil en staat open voor een goed modeadvies. Zij staat dicht bij ons en het product. En het is niet zo dat onze collecties voor de wat oudere vrouw zijn bedoeld, deze gedachte leeft nog wel eens in Hoogeveen. Mode is altijd in beweging en dat is Veldman Mode ook. Elk jaar, elk seizoen, elke week, elke dag presenteren we de laatste mode voor de vrouw die mooie en vooral draagbare kleding weet te waarderen”.

Betrokken bij Hoogeveen
Arie voelt zich nauw betrokken bij Hoogeveen. Dat heeft hij van jongs af aan ook meegekregen van zijn vader. Trots zijn op de plek waar je geboren en getogen bent, stond hierbij voorop. Die betrokkenheid uit zich in de vele diverse bestuursfuncties die hij in de loop der jaren heeft bekleed. Zo is hij momenteel nauw betrokken bij het Centrum Management. Ook zou hij graag willen dat er in het gebied rond de Tamboerpassage en Tamboer veel meer wordt georganiseerd: hij denkt hierbij aan een combinatie van Shoppen, Cultuur en Horeca. En natuurlijk werkte hij van harte mee aan Sjopp’n deur de tied.

Familiebedrijf
Jarenlang al meerdere generaties vormen de Veldmannen een echte modefamilie. Dat kwam heel duidelijk tot uiting bij Arie’s moeder Alie Veldman-Hartman. Zij hielp tot haar tachtigste nog regelmatig in de winkel.
Hoe ziet de toekomst eruit? Arie is ervan overtuigd dat de kledingwinkels zullen blijven bestaan. Kleding moet je ervaren, zien, voelen, ruiken, kleding moet je dragen, voordat je een goede keuze kunt maken. De ondersteuning die de winkelier hierbij biedt, is van groot belang.
Of de kinderen van Arie en Gretha de winkel zullen overnemen is de vraag. Toch is het niet uitgesloten. Hun dochter Annaly volgde een mode-opleiding en wat bij hun zoon Thon opvalt is zijn grote interesse voor mode. Het toeval is wel dat veel van hun vrienden ook een baan in de modewereld hebben.

Veldman Mode in de Tamboerpassage omschrijft zichzelf als een echt modefamiliebedrijf, dat haar personeel en klanten beschouwt als één grote familie.